De twee belangrijkste zaken die de wet HOF regelt komen voort uit Europese verplichtingen. De eerste is wettelijke vastlegging van het nationale systeem van begrotingsvoorbereiding en de toepassing van vaste uitgavenkaders.
Ten tweede geldt voor lagere overheden een maximaal begrotingstekort op kasbasis.
In de regeling vaststelling gelijkwaardige inspanning decentrale overheden voor het EMU-saldo is het gezamenlijk aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo voor de jaren 2019 tot en met 2022 bepaald, en ook de uitsplitsing daarvan per bestuurslaag. De eerdere regeling van de periode 2019-2022 wordt met 1 jaar verlengd.
Voor gemeenten bedraagt dit plafond voor -0,4% van het BBP (Bruto Binnenlandse Product). Het netto-financieringssaldo van alle gemeenten bij elkaar mag in een jaar niet boven dit plafond uitkomen.
Een individuele EMU-referentiewaarde is geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie of gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft. Een deel van het EMU-saldo van de gemeenschappelijke regelingen maakt onderdeel uit van het EMU-saldo van de deelnemende decentrale overheden.
EMU saldo | Realisatie | Begroting | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |||
1. | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves | + | 26.895 | 280 | 8.844 | 11.255 | 4.515 | 3.580 |
2. | Afschrijvingen ten laste van de exploitatie | + | 8.991 | 10.515 | 11.318 | 11.675 | 12.582 | 12.956 |
3. | Bruto dotatie aan voorzieningen ten laste van exploitatie | + | -41 | 134 | 414 | 414 | 414 | 414 |
4. | Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden | |||||||
geactiveerd | - | 10.443 | 43.397 | 25.232 | 23.609 | 43.977 | 40.605 | |
5. | Ontvangen bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en | |||||||
overigen in mindering gebracht op de onder post 4 bedoelde | ||||||||
Investeringen | + | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
6. | Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: | |||||||
Opbengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa | ||||||||
(tegen verkoopprijs) | + | 477 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
7. | Aankoop van grond en uitgaven aan bouw-, woonrijpmalen e.d. | - | 764 | 594 | 2.678 | 68 | 1.827 | 68 |
8. | Grondverkopen: verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) | + | 1.166 | 2.025 | 6.050 | 1.633 | 1.653 | 1.281 |
9. | Betalingen ten laste van voorzieningen | - | 0 | 0 | 429 | 242 | 240 | 240 |
10. | Betalingen die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, | |||||||
maar rechtstreeks ten laste van reserves (inclusief fondsen en | ||||||||
dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van | ||||||||
bovenstaande posten. | - | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
11. | Verkoop van aandelen: | |||||||
Gaat u deelnemingen en aandelen verkopen - ja/nee | nee | nee | nee | nee | nee | nee | ||
Zo ja, wat is bij verkoop de te verwachten boekwinst, | - | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Berekend EMU - saldo | 26.281 | -31.034 | -1.713 | 1.058 | -26.880 | -22.682 |